In een eeuwenoud
huis
spreken de
sleutelstukken
meestal sterk tot de verbeelding.
Dat komt doordat geen
timmerman het kon laten om hierop zijn vakmanschap te demonstreren.
Of was het een opdracht de toekomstige bewoner van de kamer, die graag wilde genieten
wanneer zijn ogen naar boven afdwaalden?
In ieder geval, behalve bij vrijwel onbewerkte
'
sloffen'
is iedere ondersteuning van de
vloerbalken
tot in de 17e eeuw rijk versierd met
profielen.
De sleutelstukken uit de late 16e en de 17e eeuw hebben meestal alleen een reeks
holle
en
bolle
vormen, gecombineerd met wat
bandjes.
Het
ojiefsleutelstuk
en de variant met
gebroken ojief
horen bij deze periode. De late middeleeuwen worden gedomineerd door het
peerkraalsleutelstuk
in tal van vormen. Ook voorbeelden
met meer kralen
komen voor. Vóór die tijd zijn de vormen meestal minder eenvoudig te benoemen.
Het profiel van de sleutelstukken varieert niet alleen per periode, ook de streek speelt een grote rol.
De versiering van een sleutelstuk betreft meestal niet alleen het profiel, ook de zij- en onderkant wordt niet vergeten.
Bij
bouwhistorisch onderzoek
is de ontdekking van een sleutelstuk waarvan het profiel bewaard bleef, een belangrijk aanknopingspunt.
Voor een
digishow, waarin chonologisch 165 profielen langskomen,
klik hierna:
'Profielen voor profs'
Of kijk voor een overzicht op één pagina van (aanklikbaar) al deze 165 profielen op de
'thumbspagina'
Tekst: Jean Penders, 05-2006. Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders